Onze
spreektaal kent vele interessante uitdrukkingen die een bepaald
gedrag en gevoel uitdrukken. Ik noem er een paar: 'je schouders er
over ophalen', 'de handen uit de mouwen steken', 'het hoofd hoog
houden', 'je tanden laten zien', 'een last op de schouders
nemen',enz. Interessant aan deze uitdrukkingen is dat elke
uitdrukking niet alleen een gevoel uitdrukt, maar ook een
lichamelijke handeling die uit hetzelfde gevoel voortkomt. Hieraan
kun je zien dat bepaalde denkpatronen je lichaamshouding en het
functioneren van je lichaam kunnen beinvloeden. Je kunt dus zeggen
dat alle psychische problemen zichtbaar worden door de structuur en
de functie van het lichaam. Iemand met een kromme rug zal niet zo'n
groot ego hebben als iemand met een rechte rug. Maar iemand met een
rechte rug blijkt daarentegen minder flexibel. Nog een paar
voorbeelden: naar achteren getrokken schouders drukken beheerste
woede uit, opgetrokken schouders angst, en gebogen schouders op het
dragen van een zware last. Deze theorie over het verband tussen de
psyche en de fysieke manifestaties daarvan heeft uiteindelijk geleid
tot ontwikkeling van een zogenaamde karaktertypologie die nog altijd
de basis vormt van de Lichaamsgerichte therapie.