Ademen is
een ritmisch gebeuren dat bestaat uit twee tegenovergestelde delen,
de inademing en de uitademing. Het is een mooi voorbeeld van
nondualiteit. Hoewel het twee verschillende delen zijn, vormen de
in- en uitademing door hun voortdurende afwisseling één ritme.
Hierbij dwingt de inademing tot uitademen en de uitademing tot
inademen. Je kunt ook zeggen dat ze dankzij elkaar kunnen bestaan,
want als de ene verdwijnt, verdwijnt ook de ander. Maar je kunt ook
stellen dat het ene deel het andere deel compenseert en samen een
eenheid vormen. Adem is ritme, een pulserende beweging, het is de
basis van alles wat leeft. De in-en uitademing hebben ook een
samenhang met spanning en ontspanning. Inademen betekent spanning en
uitademen ontspanning, wederom twee verschillende delen die een geheel
vormen. De ademhaling is ook een uitwisselingsproces. Met de
inademing wordt de in de lucht aanwezige zuurstof naar de rode
bloedlichaampjes gevoerd en bij de uitademing wordt kooldioxyde
afgegeven. Ook hier treffen we de delen nemen en geven weer aan, die
niet afzonderlijk van elkaar kunnen bestaan.